Eindelijk Weekend – VOLKSKRANT Tosca Niterink (54) moeder (87)
tekst: Carolien Spaans foto: Yvo van der Bent
Mocht u denken dat er nooit iets gebeurt in een verpleegtehuis: ga vooral eens mee
op bezoek bij Tosca’s moeder, die trouwens ook Tosca heet. Tosca, Tosca en Anita
(de vriendin van Tosca Junior) staan als we aankomen te schuilen onder de pui,
terwijl achter de glazen schuifdeuren een tweetandig besje op het glas klopt. ‘Zij is
vluchtgevaarlijk en probeert een paar keer per dag te ontsnappen.’ Voorts horen we dat
Tosca Senior net ene mevrouw Pijnenburg met haar tas heeft geslagen, want die zei
dat Tosca Seniors tas haar tas niet was, nou en dat was-ie dus mooi wel. Báf.
‘Je was boos, hè moeders?’
‘O ja?’
Voor wie Tosca Niterinks columns over haar moeder in de NRC heeft gemist, alsmede
haar boek De Vergeetclub: Tosca Senior is dement. En dat betekent héél
veel ‘O ja’s?’ en ‘Dat ben ik vergeten hoor’ en tegen haar dochter ‘Wie ben jij?’ en
zéker dertig keer de vraag wie wij dan zijn en voor welke krant we schrijven en
waarom. ‘Daarom gaan we ook altijd in het park wandelen, dan is ze even stil.’ Tosca
wikkelt de sjaal nog een slagje om haar moeders nek en aait over haar hoofd.
‘Wat gaan we nu doen?’
‘Naar het park, en daarna een ijsje eten.’
‘Maar het regent.’
‘We nemen een paraplu mee.’
‘Waar gaan we dan naar toe?’
En dat elk weekend. Maar het geeft niet. Beter één verwarde mama in de stoel, dan tien
in een kist en bovendien valt er met de moed der wanhoop heus wel wat te lachen. Als
het ijsje is gehaald (‘Mam, niet je ijs op z’n kop houden’) bijvoorbeeld. Kleine dingetjes,
maar het is íets. En ze is in ieder geval nog niet vluchtgevaarlijk. Alhoewel: ‘Waar is mijn
auto?’
Daarna kwam Egbert, maar die heb je eruit gegooid he?
O ja?
Weet je nog, die met al die oude boeken. Jullie zijn ook nof samen naar Amerika geweest.
Echt waar? Dat weet ik niet meer hoor. Wat deed-ie ook alweer?
Hij was antiquair, met oude boeken.
Mogen we hier wel zitten?
Ja hoor.
Raak jij dan niet je baan kwijt?
En wie ben jij?
Carolien. Ik schrijf voor de krant.
Welke krant?
De Volkskrant.
Waarover?
We gaan altijd in het park wandelen, hè mam?
Maar het regent.
We kwamen net binnen, was m’n moeder met haar tas aan het slaan. Ze heeft nu
namelijk een nieuwe tas, of eigenlijk een heel oude. Die vrouw die zei: Dat is jouw tas
helemaal niet. Toen werd je boos he?
O ja?
Ze gaat nogal eens op de vuist met mevrouwPijnenburg.
Ze wonen met z’n achten, in totaal 100 mensen in allemaal aparte huisjes.
En wie ben jij?
Ik ben Tosca, je dochter.